Hoe kan ik werktijdverkorting aanvragen?
17 maart 2020 - Rob Simons
Per direct is de regeling Werktijdverkorting ingetrokken en vervangen door de regeling Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid.
Op 15 maart heeft de overheid drastische maatregelen genomen om de verdere verspreiding van het Coronavirus tegen te gaan. Scholen en horecagelegenheden worden tot in ieder geval 6 april gesloten. Ook voorafgaand aan deze maatregelen ondervonden werkgevers al negatieve gevolgen van het Coronavirus. Op 17 maart hadden al ruim 48.000 ondernemingen een aanvraag tot werktijdverkorting gedaan. Bij het Ministerie van SZW wordt dan ook gewerkt aan een opschaling van de capaciteit om deze aanvragen te behandelen. Dit zal ook nodig zijn, nu het aantal aanvragen gezien recente maatregelen ongetwijfeld sterk zal stijgen.
Voorwaarden werktijdverkorting
De aanvraag voor werktijdverkorting kan worden gedaan voor werknemers voor wie de werkgever een loondoorbetalingsverplichting heeft. Er kan dus geen werktijdverkorting worden aangevraagd voor oproepkrachten en uitzendkrachten. Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor werktijdverkorting gelden strenge eisen. De voornaamste eisen zijn:
- Er moet sprake zijn van buitengewone omstandigheden die niet onder het normale ondernemersrisico vallen;
- Als direct gevolg hiervan ten minste 20% van de aan de werkgever ter beschikking staande arbeidscapaciteit niet kan of naar verwachting zal kunnen worden benut;
- Gedurende een periode van tenminste twee- en ten hoogte 24 kalenderweken.
Inmiddels is bekend dat de overheid de uitbraak van het Coronavirus als een buitengewone omstandigheid aanmerkt. Belangrijk is wel dat er tussen de uitbraak en de werkvermindering een directe relatie bestaat. Als een bepaalde omstandigheid pas op langere termijn tot werkvermindering leidt en/of slechts indirecte gevolgen heeft, dan wordt er geen werktijdverkorting verleend. Daarnaast is van belang dat het moet gaan om vermindering van werkzaamheden. Een (enkele) vermindering van omzet vormt geen reden voor werktijdverkorting. Uiteraard zal in de praktijk een en ander veelal hand in hand gaan.
Aanvraag werktijdverkorting
De aanvraag geschiedt digitaal. Als de aanvraag is ingediend, wordt er een behandelaar toegewezen. Zo nodig kan deze behandelaar nadere vragen stellen. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk genomen, maar gelet op de huidige situatie moet rekening gehouden worden met enige wachttijd. De vergunning wordt in eerste instantie verleend voor de duur van maximaal zes weken en kan worden verlengd tot maximaal 24 weken. Tegen de afwijzing van een vergunning staat bezwaar open.
Zodra de vergunning is verleend, dient de werkgever hiervan zo spoedig mogelijk melding te maken bij het UWV. Daarna kunnen de WW-uitkeringen aangevraagd worden. Het UWV zal dan aan de werknemers een WW-uitkering toekennen voor de weggevallen uren (uiteraard voor zover de betreffende werknemers hiervoor in aanmerking komen). Het UWV zal de WW-uitkering in principe aan de werkgever voldoen.
Wijzigingen aanvraag werktijdverkorting
Indien de aanvraag voor werktijdverkorting is ingediend maar nog niet is verleend kunt u via Mijnzaak contact opnemen met de behandelaar van uw verzoek om een wijziging door te geven. De inloggegevens voor Mijnzaak vindt u in de ontvangstbevestiging van de aanvraag.
Wanneer de vergunning al is verleend dan kunt u de aanvraag tussendoor niet meer aanpassen. Pas indien een verlenging wordt aangevraagd kunt u de aanvraag wijzigen (bijvoorbeeld het verhogen van de uren waarvoor u werktijdverkorting wenst).
Loondoorbetalingsverplichting na verlening vergunning werktijdverkorting?
Volgens de huidige informatie die op Rijksoverheid.nl wordt verstrekt, dienen werkgevers het (volledige) loon van de werknemers door te betalen, maar worden de loonkosten lager doordat de werkgevers de WW-uitkering van het salaris kunnen aftrekken. De vraag is of deze lezing juist is. Strikte lezing van de sinds 1 januari 2020 van kracht zijnde ‘Regeling onwerkbaar weer’, die ook van toepassing is op andere buitengewone omstandigheden dan buitengewone natuurlijke omstandigheden, brengt namelijk met zich mee dat bij verlening van de vergunning voor werktijdverkorting de loondoorbetalingsverplichting over de verminderde uren geheel vervalt.
Kortom, de werkgever zou dan alleen het salaris verschuldigd zijn over de (gewerkte) uren waarvoor geen werktijdverkorting is gevraagd/verleend. Voor de overige uren vallen de werknemers geheel terug op de WW-uitkering, ondanks dat deze WW-uitkering het restantsalaris niet volledig dekt. Niet duidelijk is of de overheid deze Regeling bewust niet in haar berichtgeving noemt of dat de berichtgeving (nog) niet accuraat is.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Rob Simons: r.simons@dvdw.nl of 06-46643095
Mark Putting: putting@dvdw.nl of 06-11772705