Het wetsontwerp Franchise houdt de gemoederen flink bezig
29 januari 2019
Nog een paar dagen en dan eindigt de termijn voor het indienen van een reactie op het wetsvoorstel Franchise via de webpagina 'Internetconsultatie wetsvoorstel franchise'.
Vanuit de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) is bekend gemaakt dat de leden van de NFV - de franchisegevers - positief kritisch staan tegenover wetgeving en met name met betrekking tot de aandacht voor de precontractuele informatieverplichting. Daar staat echter tegenover dat in het wetsvoorstel Franchise vooral de franchisenemers vergaand worden beschermd, ongeacht hun grootte, financiële armslag of kennisniveau. Ook de ongefundeerd negatieve toonzetting in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel richting de franchisegevers wordt als bijzonder eenzijdig beschouwd.
Franchisegevers zijn het erover eens dat de verwachtingen van beide partijen voor het sluiten van de franchiseovereenkomst helder moeten zijn. In verband echter met het feit dat het wetsvoorstel bijvoorbeeld niet omschrijft waar de informatieplicht van de franchisegever eindigt en vanaf welk moment de onderzoekplicht van de franchisenemer begint, ontstaat een onnauwkeurig beeld en dat zal weer zorgen voor veel en vaak onnodige geschillen. Dit laatste is uiteraard niet de bedoeling.
Andere kritiekpunten, die door de NFV in haar reactie overigens goed onderbouwd en uitvoerig omschreven zijn, richten zich op de sterk beperkende werking van bepaalde voorgestelde regels, die het ondernemerschap teveel beknotten, maar ook niet of nauwelijks rekening houden met de diversiteit binnen franchising. Zo worden grote en kleine franchisegevers, hard en soft franchise volledig op één hoop gegooid. Dit laatste zal in de praktijk de samenwerking tussen ondernemers in franchise niet bevorderen. Integendeel, veel juridische twisten lijken hierdoor weer te ontstaan, hetgeen toch niet het beoogd effect van het wetsvoorstel kan zijn. Er zijn zelfs bepalingen in het wetsvoorstel terug te vinden, die mogelijk strijdig zijn met het mededingingsrecht. Hier wordt onder andere gedoeld op de regelgeving, die wordt voorgesteld ten aanzien van het ontwikkelen van afgeleide formules door een franchisegever. Het voorgestelde algemene vetorecht van de franchisenemer wordt ook hier onwenselijk beschouwd, omdat de franchisegever hierdoor vooral onnodig wordt belemmerd in zijn taak ten opzichte van alle franchisenemers van zijn formule, namelijk deze formule zo succesvol mogelijk te houden voor de toekomst.
Tot slot overheerst bij de NFV en haar leden het gevoel dat de wetgever hier teveel op de stoel is gaan zitten van de ondernemer door het geheel aan regels 'dwingendrechtelijk' uit te werken, terwijl men geen oog heeft voor de vrije en vrijwillige keuze van twee ondernemers die met elkaar een samenwerking in franchise willen aangaan.
In het algemeen wordt aldus de hoop uitgesproken dat de reacties van franchisegevers via de internetconsultatie zullen leiden tot een aanpassing van het wetsvoorstel, waarbij alsdan meer recht zal worden gedaan aan de noodzakelijke evenwichtigheid in franchiseverhoudingen.
Het huidige wetsvoorstel franchise neigt immers teveel naar een pakket dwingendrechtelijk voorgeschreven wetgeving, zoals in het arbeidsrecht en/of het consumentenrecht en dit kan of mag niet de bedoeling zijn.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54