Contractuele afspraken tijdens coronacrisis
21 juli 2020 - Evert Jan Heijnen - Rien Visscher
Hoewel stapsgewijs de lock-down maatregelen worden versoepeld, ondervinden veel ondernemers de nadelige financiële gevolgen hiervan en zal dit naar verwachting nog enige tijd voortduren. Ook op contractuele relaties heeft dit zijn weerslag. Veel ondernemers vragen zich af wat deze crisis betekent voor de contracten die zij zijn aangegaan. Kan een contract worden beëindigd? Of aangepast? Waar moet dan op worden gelet? En wat zijn de gevolgen als er niet kan worden gepresteerd onder een contract? Leidt dat dan altijd tot aansprakelijkheid? En hoe moeten contractspartijen zich jegens elkaar opstellen? In deze nieuwsbrief zal op deze vragen worden ingegaan.
Het beëindigen of aanpassen van een contract vanwege de coronacrisis?
Waarschijnlijk zult u de coronacrisis en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen bij het aangaan van uw contract niet hebben voorzien en daarmee in uw contract ook geen rekening hebben gehouden. Er is dan sprake van onvoorziene omstandigheden. In dat geval kunt u proberen om in een procedure aan de rechter te vragen om de (nadelige) gevolgen van het contract te wijzigen of het contract te ontbinden. De rechter kan aan een ontbinding van het contract zelfs terugwerkende kracht geven. Verder kan de rechter een contract tijdelijk (temporeel) ontbinden. Voordeel daarvan kan zijn dat het contract daarmee niet definitief wordt beëindigd, maar na een bepaalde periode weer wordt voortgezet. Ook kan de rechter voorwaarden aan zijn uitspraak verbinden (bijvoorbeeld minimale terugval van omzet). In combinatie met het vragen van terugwerkende kracht aan de wijziging en/of de ontbinding, kan een beroep op opschorting van (een pro rata deel van) de eigen verplichting in overweging worden genomen om zo de noodzakelijke liquiditeitskrapte te verlichten.
Onvoorziene omstandigheden
Om hier bij de rechter met succes een beroep op te kunnen doen, is niet voldoende dat er enkel sprake is van onvoorziene omstandigheden, maar zal er sprake moeten zijn van onvoorziene omstandigheden die van zodanige aard zijn dat op grond van de redelijkheid en billijkheid de gevolgen van een contract niet (ongewijzigd) in stand kunnen blijven. Voor deze redelijkheidstoets moet worden gekeken naar de omstandigheden van het specifieke geval waarbij ook de persoonlijke belangen van een partij (zoals bijvoorbeeld een faillissement als het contract ongewijzigd wordt voortgezet) en maatschappelijke belangen (zoals een massaontslag) een rol kunnen spelen. Verder kan worden gedacht aan een ernstige verstoring in de waardeverhouding tussen de prestaties die over en weer tussen partijen worden geleverd, waarbij het evenwicht tussen de prestatie en de tegenprestatie geheel is verbroken.
Beroep op wijziging of ontbinding van een contract
Tot nu toe werd in de rechtspraak een beroep op wijziging of ontbinding van contracten wegens onvoorziene omstandigheden niet snel gehonoreerd. Het principe van het gegeven woord blijft een leidend beginsel. Zelfs in de jaren na de kredietcrisis van 2008 bleven rechters terughoudend met het honoreren van een beroep op onvoorziene omstandigheden. Algemeen wordt daarom ook aangenomen dat een beroep op onvoorziene omstandigheden alleen in uitzonderlijke gevallen zal slagen. Hoewel bij de coronacrisis (en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen) mag worden aangenomen dat dit een uitzonderlijke omstandigheid is die u en uw contractspartij niet zullen hebben voorzien, zal het voor een wijziging of ontbinding van een contract wegens onvoorziene omstandigheden erop aankomen voor wiens rekening en risico deze omstandigheid moet komen. Mocht er in het contract een hele duidelijke risicoverdeling zijn opgenomen, dan zal een beroep op wijziging of ontbinding van een contract naar verwachting niet snel slagen.
In een recente uitspraak van 20 mei jl. bepaalde de voorzieningenrechter dat een professionele vastgoedbelegger die aanvoerde vanwege de coronacrisis zijn financiering niet rond te krijgen, geen beroep kon doen op onvoorziene omstandigheden omdat er geen financieringsvoorbehoud was overeengekomen en een professionele vastgoedbelegger volgens de rechter moet worden geacht zich bewust te zijn geweest van de risico’s die dit kan hebben. In een andere uitspraak van 29 april jl. zag de voorzieningenrechter van de Netherlands Commercial Court (NCC), een onderdeel van de Rechtbank Amsterdam gespecialiseerd in complexe, internationale geschillen, evenmin reden om de gemaakte afspraken over een overeengekomen fee aan te passen. Volgens de rechter zou anders de achterliggende gedachte achter deze contractuele fee, die bedoeld was als aansporing en om risico’s tussen partijen te verdelen, worden doorkruist. Ook het geschil tussen Hema en de eigenaar van de Hema panden, waarin Hema in verband met de lock-down maatregelen de helft van de huur als korting bedingt, is een uitvloeisel van deze regeling.
Vordering tot het ontbinden of wijzigen van een contract ondanks de coronacrisis
Hoewel uit deze recente uitspraken volgt dat een vordering tot het ontbinden of wijzigen van een contract ondanks de coronacrisis nog steeds met terughoudendheid wordt toegepast, wordt niettemin in de rechtspraak en literatuur aangenomen dat de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid is en daarmee een beroep op wijziging of ontbinding van een contract in beginsel tot de mogelijkheden behoort. Of zo’n beroep kans van slagen heeft, zal steeds afhangen van de omstandigheden van het specifieke geval waarbij een rechter zal afwegen wat een redelijke en billijke verdeling van risico’s is tussen u en uw contractspartner. Als er in het contract al een weloverwogen verdeling van risico’s is opgenomen, dan zal een beroep op onvoorziene omstandigheden naar verwachting niet snel slagen. Is dat niet het geval, dan biedt dat mogelijkheden.
Ten aanzien van sommige contracten is er een specifieke regeling voor de aanpassing op grond van onvoorziene omstandigheden of de redelijkheid en billijkheid in de wet opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn de aanpassing van de aanneemsom of het aanpassen/verminderen van een verbeurde boete. Of daarop met succes een beroep kan worden gedaan, hangt eveneens af van de specifieke omstandigheden van het geval.
Een beroep op overmacht vanwege de coronacrisis?
De coronacrisis kan er ook toe leiden dat u niet (op tijd) uw contractuele verplichtingen kunt nakomen. Dat hoeft niet altijd te leiden tot aansprakelijkheid. Allereerst zal moeten worden bekeken welke verplichtingen u met uw contractspartij bent aangegaan. Dat is een kwestie van uitleg, waarbij het, kort gezegd, gaat om de vraag wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten. De gedachte is dan met name, dat je als gevolg van de lock-down maatregelen het nakomen van een bepaalde prestatie onmogelijk is geworden. Bijvoorbeeld omdat de levering van bepaalde goederen als gevolg van import/export beperkingen niet mogelijk is. De leverancier (exportbeperking) of de afnemer (importbeperking) zou in een dergelijk geval een beroep op overmacht kunnen overwegen. Het enkele feit dat een bepaald resultaat niet is bereikt, hoeft nog niet te betekenen dat sprake is van een tekortkoming als partijen niet een resultaatsverbintenis, maar een inspanningsverbintenis zijn aangegaan. Als eenmaal vaststaat dat sprake is van een tekortkoming in het nakomen van een contract kunt u proberen om onder uw aansprakelijkheid uit te komen met een beroep op overmacht (ook wel ‘force majeure’ genoemd).
Op grond van de wet is er sprake van overmacht als u buiten uw schuld om tekortschiet en dit ook niet op grond van de afspraken in het contract (bijvoorbeeld omdat iets is gegarandeerd) of op grond van de wet of in het verkeer geldende opvatting voor uw rekening komt. Van dit wettelijk uitgangspunt kunnen partijen afwijken door in hun contract specifieke op maat gemaakte overmachtsbepalingen op te nemen. In de regel gebeurt dat ook en nemen partijen in hun contracten uitgebreide omschrijvingen op van wat er volgens hen in hun contractuele relatie onder overmacht moet worden verstaan.
Als sprake is van een situatie van overmacht, dan kan uw contractspartij in beginsel geen nakoming afdwingen. Verder zal er dan in beginsel geen sprake zijn van aansprakelijkheid wegens wanprestatie en zal uw contractspartij op die grond dan ook geen aanspraak kunnen maken op schadevergoeding of op contractuele boetes. Wel kan uw contractspartij in beginsel het contract ontbinden. Ook kan uw contractspartij in beginsel zijn verplichtingen opschorten. Uw contractspartij zal bijvoorbeeld betaling kunnen opschorten als door u niet (op tijd) wordt geleverd. Ook hier geldt dat u met uw contractspartij specifieke afspraken kunt maken waarin wordt afgeweken van de wet.
Hoewel richtinggevende rechtspraak vooralsnog ontbreekt, wordt aangenomen dat de coronacrisis en de daaruit voortvloeide overheidsmaatregelen in zijn algemeenheid nog geen overmacht opleveren. U zult daarom specifiek moeten stellen en bewijzen dat in uw specifieke geval er wel sprake is van specifieke omstandigheden die maken dat zich een overmachtsituatie voordoet die tot gevolg hebben dat nakoming in zijn geheel onmogelijk is. Deze laatste toevoeging brengt met zich een beroep op overmacht bij wijze van verweer op een betalingsverplichting volgens de heersende opinie niet tot het gewenste gevolg leidt.
Redelijkheid en billijkheid tussen u en uw contractspartij
Ook de redelijkheid en billijkheid spelen een rol tussen u en uw contractspartij. Contractspartijen moeten zich tegenover elkaar gedragen conform de eisen van redelijkheid en billijkheid. Ook kunnen de redelijkheid en billijkheid onder bijzondere omstandigheden met zich brengen dat er geen beroep op een contractsbepaling kan worden gedaan (de zogenaamde beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid) of kunnen er op grond van de redelijkheid en billijkheid contractuele rechten en verplichtingen ontstaan waarin partijen zelf bij het aangaan van het contract niet hebben voorzien (de zogenaamde aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid). De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid kan ook meebrengen dat partijen een onderhandelingsverplichting hebben, indien als gevolg van de overheidsmaatregelen het evenwicht in een overeenkomst substantieel is verstoord. In welke mate in uw contractuele relatie de redelijkheid en billijkheid een rol kunnen spelen zal afhangen van de specifieke omstandigheden van het geval. Daarbij kunnen onder meer van belang zijn de maatschappelijke en persoonlijke belangen die bij het gegeven geval betrokken zijn.
Juridisch advies omtrent contractuele afspraken
De gevolgen van de coronacrisis en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen kunnen ertoe leiden dat er problemen kunnen ontstaan bij de nakoming van contractuele afspraken. Als u voorziet dat dit (misschien) het geval zal zijn, adviseren wij u hierover juridisch advies in te winnen, zodat met u de op uw specifieke zaak meest geschikte juridische strategie kan worden gevolgd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Rien Visscher: visscher@dvdw.nl of 06-55192638
Evert Jan Heijnen: heijnen@dvdw.nl of 06-53692693