Bij duurovereenkomsten kan het ontbreken van een zwaarwegende reden aan een opzegging in de weg staan!
27 juni 2019 - Rien Visscher
Er blijft veel geprocedeerd worden over de opzegging van duurovereenkomsten. Recentelijk heeft de Hoge Raad zich hierover uitgelaten in een arrest van 29 maart jl. Hoewel de Hoge Raad in het arrest als uitgangspunt neemt dat duurovereenkomsten die voor onbepaalde tijd zijn aangegaan kunnen worden opgezegd als partijen geen opzeggingsregeling zijn overeengekomen en een wettelijk opzegtermijn ontbreekt, laat de Hoge Raad er geen misverstand over bestaan dat de omstandigheden van het geval uiteindelijk doorslaggevend zijn. De omstandigheden kunnen meebrengen dat een overeenkomst niet kan worden opgezegd (zelfs onopzegbaar is), of niet zonder een voldoende zwaarwegende reden kan worden opgezegd of alleen met inachtneming van een minimumopzegtermijn of met het betalen van een financiƫle compensatie.
In de zaak die leidde tot het recente arrest van de Hoge Raad kon er uiteindelijk niet worden opgezegd, omdat er geen sprake was van een voldoende zwaarwegende reden voor opzegging. Kort gezegd, ging het in deze zaak om een opzegging door een gemeente van twee in 1923 en 1976 gesloten duurovereenkomsten waarin aan (de rechtsvoorgangers van) de opgezegde partij het recht was gegeven om elektriciteitskabels en gasleidingen in gemeentegrond te houden. In de overeenkomsten was geen opzeggingsregeling opgenomen en ook een wettelijke opzeggingsregeling was er niet. De gemeente zat met de overeenkomsten in haar maag. Sinds 2014 was het voor de gemeente namelijk mogelijk geworden om een belasting te heffen voor het hebben van kabels en leidingen op gemeentegrond. Echter, de twee overeenkomsten stonden in dit geval aan het heffen van deze belasting in de weg. Dit was voor de gemeente de voornaamste reden om de overeenkomsten op te zeggen. De opgezegde partij was het niet met de opzegging eens. Er werd een procedure gestart om de gemeente te dwingen om de overeenkomsten gestand te doen. Bij de rechtbank werd de gemeente in het gelijk gesteld, maar bij het hof liep het anders. Volgens het hof was er op grond van de omstandigheden van het geval een voldoende zwaarwegende reden nodig om te kunnen opzeggen. Het financiƫle belang van de gemeente om belasting te kunnen heffen was volgens het hof onvoldoende zwaarwegend om tot opzegging te kunnen overgaan. De gemeente was daarom nog steeds gebonden aan de overeenkomsten. De Hoge Raad was het met het hof eens.
Uiteindelijk bepalen dus de omstandigheden van het geval of een opzegging rechtsgeldig is. Waar de opzegging van een duurovereenkomst in het ene geval zonder meer mogelijk is, zal in een ander geval bij andere omstandigheden een opzegging alleen mogelijk zijn als er bijvoorbeeld een voldoende zwaarwegende reden voor opzegging is. Deze zaak is daar een voorbeeld van. Het is daarom van belang om bij een opzegging rekening te houden met alle omstandigheden en het kan verstandig zijn hierover juridisch advies in te winnen.
Zie ook de eerdere publicaties van Rien Visscher over dit onderwerp:
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54