Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) aangenomen door de Tweede Kamer
14 februari 2019 - Rob Simons
Op 5 februari 2019 is de WAB met 81 van de 150 stemmen aangenomen door de Tweede Kamer (stemmingsuitslag WAB). De WAB beoogt de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (eerstekamer.nl). Niet iedereen vindt dat de WAB deze balans mogelijk maakt. Er is zelfs een amendement ingediend waarin wordt voorgesteld de titel van het wetsvoorstel te wijzigen in 'Wet arbeidsmarkt uit balans'. Het amendement is verworpen (amendement titel wet). Verder is de voorgestelde verlenging van de proeftijd naar 5 maanden na veel kritiek geschrapt (amendement proeftijd). De WAB brengt onder mee de volgende wijzigingen met zich mee (gewijzigd voorstel van wet):
Cumulatiegrond
De WAB maakt het mogelijk om ontslaggronden te combineren (de cumulatiegrond). Een ontslaggrond hoeft dus niet meer volledig voldragen te zijn. Als de werkgever de cumulatiegrond gebruikt kan de werknemer recht hebben op een extra vergoeding (maximaal een halve transitievergoeding).
Ketenregeling
De periode waarin maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten kunnen worden gesloten wordt weer verruimd van 24 maanden naar 36 maanden. Net zoals onder de WWZ tellen tussenpozen van ten hoogste zes maanden hierbij mee.
Transitievergoeding
Momenteel is de transitievergoeding slechts verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst langer dan twee jaar heeft geduurd. Als de WAB in werking is getreden is de transitievergoeding al vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst verschuldigd. De transitievergoeding zal vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst 1/3 maandsalaris per dienstjaar bedragen.
WW-premie
De aard van het contract wordt bepalend voor de hoogte van de premie, waarbij de WW-premie voor vaste contracten (niet zijnde een oproepovereenkomst) lager wordt dan voor de overige werknemers.
Oproepovereenkomsten
Een oproepkracht is niet verplicht gehoor te geven aan een oproep die minder dan vier dagen van te voren aan hen bekend is gemaakt. Wanneer een werkgever een gedane oproep binnen vier dagen voor aanvang van de arbeid wil intrekken, dan is de werkgever het loon verschuldigd. Bovendien zullen werkgevers aan oproepkrachten die twaalf maanden bij hen werkzaam zijn geweest een vaste arbeidsomvang moeten aanbieden, gebaseerd op de gemiddelde maandelijkse arbeidsduur in de twaalf voorafgaande maanden. Indien de werkgever geen aanbod doet, dan heeft de werknemer recht op niet-genoten loon vanaf de uiterlijke datum waarop de werkgever het aanbod had moeten doen.
Payrolling
Arbeidskrachten die in het kader van payrolling ter beschikking zijn gesteld, hebben recht op minstens dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers die werkzaam zijn in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt.
Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer en het is de bedoeling dat de wet per 1 januari 2020 in werking treedt.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54