Vastgoedeigenaren ten onrechte geconfronteerd met boetes en dwangsommen voor kamerverhuur?
16 september 2019 - Maurits Smal
Pandeigenaren in grote gemeenten lopen een risico om op basis van de Huisvestingswet boetes opgelegd te krijgen voor overtredingen die door de bewoners van het pand worden begaan, bijvoorbeeld in het geval van hennepteelt. Gemeentes treden de laatste tijd ook actiever op tegen kamerverhuur aan studenten en arbeidsmigranten. Het is echter maar de vraag of de gemeente hier wel in alle gevallen boetes voor mag opleggen.
Gemeente Rotterdam treedt streng op tegen kamerverhuur aan studenten en arbeidsmigranten
In grote (studenten)steden als Rotterdam, Amsterdam, Eindhoven en Leiden controleren gemeenten steeds strenger of wordt voldaan aan de Huisvestingswet. Op basis van de Huisvestingswet mag de gemeente een verordening vaststellen en daarin bepalen dat men een vergunning nodig heeft om woonruimte aan te passen naar kamerverhuur.
Van kamerverhuur is sprake wanneer een appartement of woonhuis wordt gebruikt door vier of meer bewoners die geen gezamenlijke huishouding voeren. Dit is vaak het geval bij studentenhuizen. Ook arbeidsmigranten, die vaak voor een korte periode in Nederland verblijven, worden vaak via een uitzendbureau gezamenlijk ondergebracht. Als zij gedurende een half jaar meer dan 2/3e van de tijd in Nederland verblijven, zijn zij verplicht zich in te schrijven bij de gemeente. Indien vier of meer personen – die verplicht zijn om zich in te schrijven – op een adres gevestigd zijn, kan op basis van de gemeentelijke verordening een vergunning vereist zijn. Bij kamerverhuur zonder de benodigde vergunning kan de gemeente een boete en/of last onder dwangsom opleggen.
Wat kunt u doen tegen de boetes
Wij maken in de praktijk regelmatig mee dat de gemeente voornemens is boetes of dwangsommen op te leggen, maar dat niet (goed) wordt vastgelegd of er daadwerkelijk vier of meer personen in het pand wonen. Regelmatig wordt na de inspectie een summier rapport opgemaakt, waaruit niet blijkt hoeveel personen in de woonruimte gehuisvest zijn én of zij wel een plicht tot inschrijving hebben. Het loont dus goed te (laten) beoordelen of de boete wel terecht is.
Ongeldige verordening?
Daarnaast is in twee recente gevallen door de rechter bepaald dat de gemeente de betreffende verordening niet had mogen vaststellen. Op basis van de Huisvestingswet mag de gemeente alleen een verordening vaststellen als dat noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte. Vaak vergeten gemeenten dit te beargumenteren of is er simpelweg geen schaarste aan woonruimte in de gemeente.
In twee gevallen heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen (aantoonbare) schaarste van (goedkope) woningen in de gemeente was. De betreffende verordeningen zijn door de rechter ongeldig verklaard, zodat op basis hiervan geen boetes mochten worden opgelegd. Deze kwestie is thans in behandeling bij de Raad van State, die hier op termijn een uitspraak over zal doen. Wij zullen de voortgang van de zaak nauwlettend volgen. Tot die tijd is dit in voorkomend geval een veelbelovend argument om op te komen tegen boetes en dwangsommen op basis van huisvestingsverordening.
Heeft u behoefte aan advies over (voorgenomen) boetes of dwangsommen gebaseerd op de Huisvestingswet? Of heeft u bijstand nodig bij het indienen van een zienswijze of het maken van bezwaar? De sectie Vastgoedrecht van DVDW helpt u graag verder.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54