Ontdek de kracht van minderheidsaandeelhouders: de geheimen van hun informatierechten onthuld!
18 juni 2024 - Marlies Siegers
- Inleiding
De bescherming van minderheidsaandeelhouders is een delicaat onderdeel van het vennootschapsrecht. Minderheidsaandeelhouders mogen niet in het duister tasten over de gang van zaken binnen de vennootschap. Tegelijkertijd zijn er grenzen aan de rechten op informatie om te voorkomen dat de informatievoorziening wordt misbruikt. Het bestuur zal een evenwicht moeten vinden tussen het verstrekken van voldoende informatie en het belang van de vennootschap. In de praktijk leidt dat nogal eens tot vragen en soms ook tot conflicten. Veel enquêteprocedures bij de Ondernemingskamer draaien in feite om gebrekkige informatievoorziening. Hoe moet de balans worden gevonden?
- Wettelijk kader
Het Burgerlijk Wetboek (BW) biedt in art. 2:107 (NV’s) /217 lid 2 (BV’s) en art. 2:8 een stevige basis voor de rechten van minderheidsaandeelhouders. Deze artikelen erkennen de noodzaak van informatieverstrekking door het bestuur en de raad van commissarissen, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap daaraan in de weg staat.
- Hoofdregel: informatie uitsluitend binnen de algemene vergadering
Het wettelijk vastgelegde informatierecht geldt ten opzichte van de algemene vergadering als orgaan. Het recht houdt tevens in dat iedere aandeelhouder ter vergadering zelfstandig het recht heeft vragen te stellen. Het maakt daarbij niet uit of die vragen betrekking hebben op punten die op de agenda zijn vermeld: de vennootschap dient die vragen te beantwoorden. Door het verschaffen van informatie legt het bestuur verantwoording af aan de aandeelhouder over het gevoerde beleid. Buiten de algemene vergadering hebben de aandeelhouders in beginsel geen recht op het verstrekken van door hen afzonderlijk verlangde informatie.
- Uitzonderingen: informatie buiten algemene vergadering
Niettemin kunnen aandeelhouders ook buiten de formele setting van een aandeelhoudersvergadering recht hebben op informatie. Bijzondere gebeurtenissen kunnen in afwijking van de hiervoor besproken hoofdregel een informatieplicht creëren, waarbij de vennootschap een extra verantwoordelijkheid heeft om informatie te verstrekken.
Enkele sprekende voorbeelden uit de uitvoerige jurisprudentie op dit gebied:
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 27 februari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:717 (Fuelplants)
Twee van de drie aandeelhouders in de vennootschap Fuelplants waren tevens bestuurder. De samenwerking was niet goed vastgelegd in de statuten of de aandeelhoudersovereenkomst. Dat leidde tot diepgaand verschil van inzicht over de onderneming die door Fuelplants zou worden gedreven. De in het verleden gesloten samenwerkingsovereenkomst (voordat - formeel andere - partijen de BV als rechtsvorm hadden gekozen) kleurde, gelukkig voor de minderheidsaandeelhouder, de verhoudingen nader in (de zogenaamde vennootschappelijke werking van de aandeelhoudersovereenkomst).
Er volgt een samenspanning van de twee bestuurders/aandeelhouders tegen de derde minderheidsaandeelhouder. De bestuurders hevelen een deel van de activiteiten en activa over naar andere vennootschappen – dat wordt buiten de administratie van Fuelplants gehouden. De minderheidsaandeelhouder had het moeilijk om zijn donkerbruine vermoedens te bewijzen. Vanwege de niet goed vormgegeven samenwerking was het bijvoorbeeld onduidelijk of bepaalde activa (kwekersrechten) nu wel of niet aan Fuelplants toebehoorden. De minderheidsaandeelhouder probeerde tevergeefs op de aandeelhoudersvergadering helderheid te verkrijgen, en begon een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer.
Dat leidt tot ingrijpen van de Ondernemingskamer.
- Uitgangspunt is in deze situatie is NIET dat de aandeelhouder buiten de algemene vergadering geen recht heeft op het verstrekken van informatie.
- Uitgangspunt is dan WEL dat de vennootschap (en daarmee het bestuur) een zorgplicht heeft op grond van art. 2:8 BW en op grond daarvan spontaan, uit eigen beweging, én op vragen van de minderheidsaandeelhouder, ook buiten de algemene vergadering de nodige transparantie dient te betrachten.
- Uitgangspunt is TEVENS dat de bestuurders, die aandelen hielden in vennootschappen die op hetzelfde terrein actief waren, die belangen zorgvuldig gescheiden moeten houden en de minderheidsaandeelhouder tijdig en volledig moeten informeren.
HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:199 (verwatering Hotel Breidenbacher Hof)
In deze casus was Intertrust bestuurder in een jointventurestructuur. De aandelen in de topholdings werden voor 15% gehouden door de ene, en voor 85% door de andere aandeelhouder. Een van de dochtervennootschappen in de jointventurestructuur was eigenaar van een hotelpand. Door een aandelenemissie werd de minderheidsaandeelhouder verwaterd naar (minder dan) 0,0044%.
De casus kent vele aspecten, waarvan hier slechts één onderdeel wordt belicht. De minderheidsaandeelhouder startte een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer, en vervolgens is cassatie bij de Hoge Raar ingesteld. Geoordeeld werd dat de trustbestuurder Intertrust een te passieve houding had aangenomen, waardoor de minderheidsaandeelhouder werd verwaterd zonder goede reden. Die aandeelhouder had slechts beperkte toegang tot informatie die wel bij de meerderheidsaandeelhouder aanwezig was en Intertrust is daartegen niet opgetreden. Intertrust heeft ten onrechte geen zelfstandig onderzoek gedaan naar nut, noodzaak en voorwaarden van de emissie (waaronder: de waarde van het hotelpand, het bestaan van de op de uitgegeven aandelen ingebrachte lening en de emissieprijs). Intertrust had een onafhankelijk waarderingsdeskundige moeten benoemen.
De Hoge Raad voegt daaraan toe dat het bestuur zorgvuldigheid moet betrachten met betrekking tot de belangen van al degenen die bij de vennootschap en de onderneming zijn betrokken. Het bestuur heeft de zorgplicht dat die belangen niet onnodig of onevenredig worden geschaad en moet optreden tegen mogelijk machtsmisbruik door de meerderheidsaandeelhouder. Bij een joint venture wordt het vennootschappelijk belang tevens bepaald door de aard en inhoud van de tussen de aandeelhouders overeengekomen samenwerking en kan de zorgplicht betekenen dat de bestaande verhoudingen moeten worden gecontinueerd.
- Uitzondering: geen recht op informatie
Het vennootschappelijk belang, dat altijd in acht moet worden genomen, wordt gekleurd door de aard van de onderneming (denk aan een joint venture) of bijzondere bepalingen in een aandeelhoudersovereenkomst, en kan maken dat aan een aandeelhouder geen informatie behoeft te worden gegeven. De wettelijke uitzondering van een zwaarwichtig belang van de vennootschap, waardoor geen informatierecht bestaat, wordt in de praktijk casuïstisch ingekleurd: gedacht kan worden aan het voorkomen van verdere conflicten, concurrerende activiteiten van een aandeelhouder, hoge kosten voor het maken van analyses, etc.
- Richtsnoeren voor de praktijk
- Informatierecht alleen binnen de algemene vergadering, tenzij…
Hoofdregel is dat alleen aan en binnen de algemene vergadering informatie behoeft te worden verschaft. Op die hoofdregel bestaan uitzonderingen.
- Informatie over geagendeerde besluiten
Ten aanzien van besluiten die zijn geagendeerd voor de aandeelhoudersvergadering, moet aan de aandeelhouders vooraf informatie worden verschaft over alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor het te nemen besluit.
- Hoe beslotener, hoe opener
Hoe beslotener de vennootschap is (zoals in het geval van een joint venture of familievennootschap), hoe opener het bestuur moet zijn (en dus: hoe meer informatie moet worden verstrekt).
- Contractuele informatierechten (aandeelhoudersovereenkomst)
Het wettelijk informatierecht is een minimum. Indien contractueel een informatierecht is verleend, dan is er de plicht om dat contract na te leven. Een aandeelhoudersovereenkomst kan zeer gedetailleerd bepalen welke informatierechten een aandeelhouder heeft (en dus afbakenen welke verplichtingen het bestuur heeft) en kleurt het vennootschappelijk belang. Een goede aandeelhoudersovereenkomst kan dus veel conflicten voorkomen. De standaard statuten van ‘de goedkoopste notaris’ zijn daarom vaak duurkoop.
- Bijzondere omstandigheden kunnen informatieplicht triggeren
Bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld: een voorgenomen transactie met mogelijk tegenstrijdig belang, het belang van een specifieke aandeelhouder ter voorkoming van verwatering, informatie-asymmetrie indien sommige aandeelhouders wel en andere geen deel uitmaken van het bestuur, als de ene aandeelhouder wel en een andere niet is betrokken bij een voorgenomen transactie, bij terechte achterdocht, etc.) leggen een zorgplicht op de vennootschap en het bestuur, welke zorgplicht verplicht tot spontane en soms ook doorlopende informatieverstrekking aan en het beantwoorden van vragen van de aandeelhouder, ook buiten de algemene vergadering om.
- Informatierecht: alles omvattend
Als sprake is van een informatierecht, dient ruimhartig, transparant, tijdig en behoorlijk alle relevantie informatie te worden verschaft. De aandeelhouder kan echter niet lui achteroverleunen. Van de aandeelhouder wordt actie verwacht: als de aandeelhouder zelf niet deelneemt aan vergaderingen, of wél tevens bestuurder is, dan is er een ‘haalplicht’ of ‘doorvraagplicht’. Dit betekent dat aandeelhouders proactief informatie moeten zoeken en vragen moeten stellen om de benodigde transparantie te verkrijgen. Als ontevredenheid bestaat over de verschafte informatie moet worden aangeven waarom de verschafte informatie onjuist of onvolledig is en welk aandeelhoudersbelang wordt geschonden.
- De balans moet worden behouden
De strategie is aan het bestuur en het bestuur moet zich laten leiden door het vennootschappelijk belang, waartoe het bestendig succes van de onderneming behoort, maar ook het scheiden van en transparantie over betrokken belangen. Art. 2:8 BW speelt een cruciale rol: het beschermt de belangen van minderheidsaandeelhouders tegen onnodige of onevenredige schade, maar voorkomt ook misbruik van informatierechten en beschermt het vennootschappelijk belang. Deze balans moet ervoor zorgen dat de informatieverplichting redelijk en rechtvaardig blijft. Zo kunnen informatierechten worden ingeperkt, bijvoorbeeld als zeer frequent informatie wordt gevraagd zonder dat een concreet belang daarbij wordt onderbouwd. Fishing expeditions worden niet toegestaan.
- Tot besluit
In de titel beloofden wij onthulling van het geheim. Een echt geheim is er natuurlijk niet, maar transparantie is vaak de sleutel tot behoud van vertrouwen. Door openheid te waarborgen, kunnen conflicten worden voorkomen en kunnen aandeelhouders hun rechten effectief uitoefenen. Dit bevordert niet alleen een gezonde bedrijfsvoering, maar zorgt ook voor een stabiele relatie tussen alle betrokken partijen. Het is essentieel dat zowel bestuur als aandeelhouders hun verantwoordelijkheden serieus nemen en proactief samenwerken. De praktijk is echter weerbarstig. Wij adviseren graag over de juiste interpretatie van informatierechten om zo escalatie te voorkomen. En als dat niet lukt, staan wij zowel het bestuur als aandeelhouders graag bij.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54