Ondernemingen in financieel zwaar weer door COVID-19
30 oktober 2020 - Bert Winnemuller
Het coronavirus en de contact beperkende maatregelen hebben een enorme impact op de economie en de samenleving. Veel ondernemingen in diverse sectoren zijn in financieel zwaar weer beland zonder een concreet uitzicht op herstel. De economie in Nederland kromp volgens het CBS in het tweede kwartaal van 2020 met 9,4% ten opzichte van een jaar eerder. De vooruitzichten op herstel zijn in grote mate afhankelijk van aanpassingen aan een nieuwe situatie en de komst van een vaccin. Op 27 oktober 2020 maakte de overheid zijn derde steun- en herstelpakket bekend. Het pakket biedt ondernemingen die als gevolg van het coronavirus in financieel zwaar weer zijn langer steun. De bestaande maatregelen worden uitgebreid en nieuwe regelingen, zoals de WHOA en het Doornroosje-arrangement werden afgekondigd. In deze blog brengen wij een aantal van de nieuwe maatregelen voor het voetlicht.
Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA)
Voor veel ondernemers bedreigt de coronacrisis de continuïteit van hun onderneming. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor deze ondernemers, voor de werkgelegenheid en de bedrijfstak en economie waar deze onderneming deel van uitmaakt. Volgens het kabinet is de mogelijkheid van een zachte landing bij het permanent of tijdelijk stopzetten van deze ondernemingen dan ook van essentieel belang. Onderdeel van flankerend beleid van de overheid op dit punt is de inzet van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA).
De WHOA biedt de mogelijkheid aan ondernemingen met een te zware schuldenlast de schulden te saneren door een onderhands akkoord aan te bieden, waaraan – onder voorwaarden – ook tegenstemmende schuldeisers en aandeelhouders worden gebonden door homologatie van het akkoord door de rechtbank. In zijn brief kondigt het kabinet aan dat de WHOA per 1 januari 2021 in werking treedt. Ondernemers kunnen evenwel nu al starten met de voorbereidingen van een akkoord, zodat een akkoord meteen in het nieuwe jaar aan de rechtbank kan worden voorgelegd. Tot 1 januari 2021 kan evenwel nog geen gebruik worden gemaakt van de voorzieningen uit de WHOA.
Het kabinet onderkent dat de WHOA voor veel ondernemers een ingewikkelde en vrij technische wet is, die bovendien niet alle knelpunten bij het tijdelijk stilleggen of definitief stoppen van een bedrijf wegneemt. Het kabinet roept daarvoor in aanvulling op de WHOA tijdens COVID-19 een time-out arrangement (TOA) in het leven.
Wat houdt het TOA in?
Het TOA vormt een pakket aan ondersteuning voor het tijdelijk stilleggen van een onderneming of het definitief staken van de bedrijfsactiviteiten tijdens COVID-19. Vanwege het tijdelijke stilleggen wordt het TOA in de praktijk ook wel het Doornroosje-arrangement genoemd. De ondersteuning bestaat o.a. uit het programma 'Zwaar weer', gestart bij de Kamer van Koophandel. Dit programma geeft advies aan ondernemers in financieel zwaar weer. In november a.s. zal een platform met praktische informatie voor ondernemers beschikbaar komen en vanaf januari a.s. zal de Kamer van Koophandel en het Ondernemersklankbord advies geven over de toepassing van een akkoord onder de WHOA, ondernemers doorverwijzen, coachen en een tool beschikbaar stellen die de totstandkoming van een akkoord onder de WHOA vereenvoudigt.
Bevordering slagingskans van een akkoord
Het kabinet onderzoekt daarnaast hoe de slagingskans van een akkoord kan worden bevorderd. Daarvoor wordt o.a. gekeken naar de houding van grote schuldeisers in akkoord-trajecten en zullen met andere schuldeisers, intermediairs en schuldhulpverleners richtlijnen worden ontwikkeld voor een soepelere behandeling van saneringsverzoeken. In dat verband zal de Belastingdienst als schuldeiser gedurende de coronacrisis saneringsverzoeken niet alleen beoordelen aan de hand van strikt formeel-juridische uitvoering van de regeling doch komt de nadruk te liggen op welke ruimte er is om ondersteuning te bieden. Dit kan volgens het kabinet er toe leiden dat de Belastingdienst in het belang van de continuïteit van een onderneming minder zware eisen aan deelname aan een akkoord stelt, akkoord gaat met een lagere uitkering dan aan inningsmogelijkheden beschikbaar is en een betalingstermijn van 36 maanden in plaats van 12 maanden voor de uitkering onder het akkoord kan toestaan.
Ondersteuning gericht op het tijdelijk stilleggen van de onderneming
Naast de reductie van de schuldenlast van een onderneming door de WHOA, biedt het kabinet zoals gezegd ook een arrangement dat ondernemingen in staat stelt de bedrijfsactiviteiten tijdelijk stil te leggen. Het stilleggen van een onderneming is alleen zinvol wanneer de onderneming op de vaste lasten kan besparen of deze kan uitstellen. De WHOA biedt ondernemers o.a. de mogelijkheid om lopende overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld huurovereenkomsten, leaseovereenkomsten e.d., te wijzigen en – indien de wederpartij daarmee niet akkoord gaat – de overeenkomsten in het kader van een akkoord te beëindigen. Naast de WHOA kan de Tegemoetkoming Vaste Laten (TVL) hiervoor tijdens COVID-19 een uitkomst bieden. Het kabinet heeft namelijk aangegeven dat ondernemers die tijdelijk willen stoppen gedurende de coronacrisis en die voldoen aan de voorwaarden van de TVL gebruik kunnen blijven maken van de TVL, van waaruit een deel van de vaste lasten kunnen blijven worden voldaan.
Een groot deel van de vaste lasten wordt veelal gevormd door de salariskosten. De WHOA bepaalt uitdrukkelijk dat arbeidsovereenkomsten onder de WHOA niet tussentijds kunnen worden gewijzigd of beëindigd. Het kabinet biedt voor het tijdelijk stoppen van de onderneming en de doorlopende salariskosten een oplossing in de vorm van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW-3), waarmee – als aan de daarin genoemde voorwaarden wordt voldaan - een aanzienlijk deel van de salariskosten kan worden betaald. Daarnaast oppert het kabinet de mogelijkheid van het maken van onderlinge afspraken tussen werkgever en werknemer over (tijdelijke) loonoffers of het opgeven van bovenwettelijke vakantiedagen. Ingeval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst zouden afspraken kunnen worden gemaakt over de hoogte en uitbetaling van een vergoeding. Het is de vraag hoe reëel dit is, omdat hiermee veel druk en verantwoordelijk bij een werknemer wordt gelegd, die zeker bij een ontslag hoogst waarschijnlijk zijn eigen belangen zal laten prevaleren. Bij ontslag kan een transitievergoeding in maximaal 6 maanden worden betaald indien onmiddellijke betaling voor de werkgever anders tot onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering zou leiden.
Tot slot
Het derde steun- en herstelpakket biedt naast financiële steun aanvullende ondersteuning aan bedrijven die als gevolg van COVID-19 in financieel zwaar weer terecht zijn gekomen. De invoering van de WHOA per 1 januari 2021 vormt een herstructureringsmiddel om een onderhands akkoord aan te bieden door bedrijven met een te zware schuldenlast om een faillissement te voorkomen.
Het TOA ziet op de (praktische) ondersteuning van ondernemers bij het aanbieden van een akkoord onder de WHOA en bij het tijdelijk stilleggen van de bedrijfsactiviteiten gedurende COVID-19. De maatregelen en de uitwerking van het TOA is deels nog in onderzoek en 'work in progress'. Het is van belang dat hierover op korte termijn meer duidelijkheid komt.
Neem contact op met het WHOA-team
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54