Fundamentele beginselen voor een accountant

Een accountant moet bij de uitvoering van zijn werkzaamheden de volgende fundamentele beginselen in acht nemen:

1. Professionaliteit;
2. Integriteit;
3. Objectiviteit;
4. Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; en
5. Vertrouwelijkheid.

Ad 1: Professionaliteit

Een accountant moet zich onthouden van elk handelen of nalaten waarvan een accountant weet of behoort te weten dat dit het accountantsberoep in diskrediet brengt of kan brengen.

Daarvan is, bijvoorbeeld, sprake als een accountant in business zich gedurende langere tijd schuldig heeft gemaakt aan fraude waarmee zijn werkgever is benadeeld en zichzelf heeft verrijkt. Of als een accountant aan de toezichthouder in het kader van een onderzoek naar een door hem uitgevoerde controle misleidende informatie heeft verschaft.

Ad 2: Integriteit

Een accountant moet eerlijk en oprecht optreden.

Daarvan is, bijvoorbeeld, geen sprake van als een accountant in het hierboven al genoemde geval misleidende informatie aan de toezichthouder heeft verschaft. Of als een accountant in het kader van het verzorgen van de loonadministratie van zijn cliënt heeft gedoogd dat voorschriften met betrekking tot loonbetaling niet worden nageleefd.

Ad 3: Objectiviteit

Een accountant moet zich bij zijn afwegingen niet ongepast laten beïnvloeden.

Daarvan is, bijvoorbeeld, geen sprake als kantoorgenoot als interim hoofd financiën een materiële invloed heeft gehad op de door een accountant te controleren jaarrekening. Of als een accountant in overleg met zijn opdrachtgever in het kader van een door hem op te stellen rapport ten behoeve van een door zijn opdrachtgever te voeren procedure bij voorbaat heeft afgesproken om van hoor en wederhoor af te zien.

Ad 4: Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid

Een accountant houdt zijn vakbekwaamheid op het niveau dat is vereist om een professionele dienst op een adequate wijze te kunnen verlenen.

Daarnaast moet een accountant bij een professionele dienst relevante wet- en regelgeving toepassen en deze professionele dienst nauwgezet, grondig en tijdig uitvoeren.

Daarvan is, bijvoorbeeld, geen sprake als een accountant geen inzicht kan verschaffen in hoe het honorarium voor de door hem en/of zijn verantwoordelijkheid verrichte werkzaamheden is bepaald.

Het gros van de klachten over de schending van dit fundamentele beginsel heeft echter betrekking op de wijze waarop een professionele dienst is uitgevoerd. Lees: niet in overeenstemming met de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden.

Ad 5: Vertrouwelijkheid   

Een accountant die de beschikking krijgt over gegevens of inlichtingen waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is in beginsel verplicht tot geheimhouding van die gegevens of inlichtingen.

Daarvan is, bijvoorbeeld, geen sprake als een accountant vertrouwelijke gegevens van zijn cliënt aan zijn advocaat heeft verstrekt om beslag te leggen onder klachten van zijn cliënt. Of als een accountant zonder eerst met zijn cliënt te overleggen op een eerste verzoek informatie van een voormalige cliënt aan de Belastingdienst heeft verstrekt.