Frauderende werknemer Havenbedrijf Rotterdam moet bijna € 700.000,-- terugbetalen
25 april 2019 - Rob Simons
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft in juni 2018 een medewerker op staande voet ontslagen nadat gebleken was dat hij factuurfraude had gepleegd. De zaak is in maart dit jaar in de media gekomen. Inmiddels blijkt uit de gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Rotterdam d.d. 15 maart 2019 dat de medewerker is veroordeeld tot vergoeding van alle ten onrechte betaalde facturen. Ook moet hij de kosten van het onderzoek door KPMG betalen.
De medewerker was ten tijde van het ontslag op staande voet 6 jaar in dienst en hij verdiende toen ruim € 8.300,-- per maand. Hij heeft ervoor gezorgd dat het Havenbedrijf in een periode van twee jaar voor maar liefst € 457.319,50 aan facturen betaalde aan een onderneming ("FMS Group") voor het afnemen van diensten die in werkelijkheid nooit zijn afgenomen. De medewerker in kwestie had zelf de overeenkomst met deze onderneming opgesteld en daarbij heeft hij gebruik gemaakt van vervalste handtekeningen van een van zijn leidinggevende. Hij liet (ondergeschikte) collega's inkooporders opstellen, die hij zelf accordeerde, waarna het Havenbedrijf de facturen betaalde. Pas na een externe controle van de ING bleek dat hier sprake was van fraude.
Na uitgebreid onderzoek van KPMG bleek dat de bestuurder en aandeelhouder van FMS Group een neef van de medewerker was en dat de medewerker vervolgens van de bankrekening van FMS Group aanzienlijke betalingen ontving op zijn privérekening. Kortom, een terecht ontslag op staande voet. Vervolgens wil het Havenbedrijf uiteraard ook haar schade vergoed zien.
Werknemers zijn op basis van artikel 7:661 BW slechts in uitzonderingsgevallen aansprakelijk voor schade die zij hebben toegebracht aan de werkgever. Er moet sprake zijn van opzet of bewuste roekeloosheid. Het zal echter geen verbazing wekken dat de rechter in deze zaak heeft geoordeeld dat de medewerker door het opzetten van een heimelijke betalingsconstructie inderdaad opzettelijke schade heeft toegebracht aan het Havenbedrijf. Hij is daarom veroordeeld tot vergoeding van de € 457.310,50 voor de onterecht betaalde facturen.
Daarnaast is hij ook veroordeeld tot het vergoeden van de onderzoekskosten die het Havenbedrijf heeft gemaakt door inschakeling van KPMG. Het gaat hier om kosten ter vaststelling van de aansprakelijkheid en de schade, niet om de kosten voor het voeren van de juridische procedure zelf. De onderzoekskosten van KPMG waren zeer aanzienlijk, in totaal € 384.932,46. Hoewel een volledige vergoeding van onderzoekskosten goed mogelijk is, oordeelde de rechter in dit geval dat deze onderzoekskosten qua omvang niet redelijk waren. Er werd gewerkt met uurtarieven die varieerden van € 150,-- tot € 400,-- en uit de specificaties bij de facturen werd onvoldoende duidelijk wie binnen KPMG exact welke werkzaamheden heeft gedaan. De rechter achtte ook het totaal aantal uur dat was besteed aan het onderzoek (te weten 1.279,9) te hoog en onredelijk. De rechter was van oordeel dat 750 uur op basis van een tarief van € 250,-- per uur redelijk was. Dit leidde tot een extra schadevergoeding van € 226.319,50.
In totaal is de medewerker veroordeeld tot betaling van bijna € 700.000,--. Havenbedrijf Rotterdam heeft verschillende bankbeslagen gelegd. Of er nog gelden op de rekening van de betrokkene is aangetroffen vermeld de uitspraak echter niet.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54