Een accountantsdossier: meer dan 'nice to have'!

Als ondernemer heeft u regelmatig te maken met het werk van accountants. Als zij hun werk niet naar behoren hebben uitgevoerd, dan kunt u daarover klagen bij de Accountantskamer in Zwolle. In geval van toewijzing van uw klacht, is een grote stap gezet om bij de ‘gewone’ rechter met succes vergoeding van geleden schade te kunnen vorderen.

De enkele constatering dat er gebreken zitten in de jaarrekening, zal niet voldoende zijn voor een geslaagde klacht. U zult moeten aantonen dat de accountant, gezien de informatie waarover hij destijds beschikte en de afwegingen die hij destijds heeft gemaakt, tekort is geschoten in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Om dat te kunnen beoordelen, zult u moeten beschikken over het accountantsdossier, zoals ook impliciet volgt uit een uitspraak van de Accountantskamer van 1 februari 2019 in de zaak BoerCroon.

In die zaak had de curator van BoerCroon een tuchtklacht ingediend. De accountants hadden volgens hem ten onrechte goedgekeurd dat in de jaarrekening 2011 intern gegenereerde goodwill was opgenomen. Volgens de accountants was de klacht verjaard. Op het moment van indienen van de klacht, waren volgens hen meer dan drie jaren verstreken nadat de curator redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zij tuchtrechtelijk laakbaar (lees: strijd met wet- en gedragsregels) hadden gehandeld.

De Accountantskamer verwierp het beroep op verjaring. De bekendheid van de curator met, onder meer, een discussie tussen het bestuur van BoerCroon en één van de accountants over de goodwillproblematiek bij de controle van de jaarrekening 2012 en de afkeurende verklaring van deze accountant bij de jaarrekening 2012, betekent niet dat hij ook wist welke gegevens door de accountants in aanmerking waren genomen en welke afwegingen zij aan de hand van die gegevens hadden gemaakt bij de controle van de goodwill in de jaarrekening 2011. Over die informatie diende de curator te beschikken om redelijkerwijs te kunnen vermoeden dat de accountants tuchtrechtelijk laakbaar hadden gehandeld.

Die informatie is echter niet alleen van belang voor het doen ontstaan van dit vermoeden, maar ook voor het met succes kunnen aantonen dat een accountant tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Immers, in een tuchtprocedure is het aan klager om dat aannemelijk te maken. Die informatie kunt u terugvinden in het accountantsdossier. Om die reden is een accountantsdossier niet alleen maar ‘nice to have’. U heeft het accountantsdossier nodig om te kunnen aantonen dat tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. Daarom doet u er goed aan om van de accountant een afschrift van zijn dossier op te vragen voordat u besluit om een tuchtklacht tegen de accountant bij de Accountantskamer in te dienen. Daarvoor kunt u dan verwijzen naar de overwegingen van de Accountantskamer in de BoerCroon-zaak.

Nb. De genoemde driejarige verjaringstermijn is per 1 januari 2019 vervallen. Thans geldt er enkel een objectieve verjaringstermijn van tien jaar; het recht om te klagen vervalt tien jaar na het moment van handelen of nalaten door de accountant. Het uitgangspunt dat het aan de klager is om aannemelijk te maken dat een accountant tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld, geldt echter nog steeds onverkort. Daarvoor heeft u het accountantsdossier nodig en in die zin blijft de BoerCroon-zaak relevant om dat dossier te kunnen opvragen.