De WHOA werkt!

Na een voorzichtige start is het eerste gehomologeerd akkoord onder de Wet Homologatie Onderhands Akkoord een feit. De Rechtbank Noord-Holland heeft op 19 februari 2021 een verzoek tot homologatie van een akkoord gehonoreerd.

Wat ging er aan vooraf?

De evenementenbranche is evenals verschillende andere sectoren hard geraakt door de gevolgen van de coronacrisis. Dit ondervonden ook Jurlights Holding B.V. en haar werkmaatschappij Jurlights B.V., die actief zijn op het gebied van grootschalige evenementen. De activiteiten waren per 15 maart 2020 abrupt komen stil te liggen en de daarvoor positief renderende ondernemingen zagen zich genoodzaakt fors te reorganiseren, waarbij onder andere afscheid is genomen van 21 van de 25 medewerkers en de huurovereenkomst van een bedrijfsruimte en leaseovereenkomsten van auto’s zijn beëindigd.

Met een schuldenlast van circa € 1,6 mln was in juni 2020 tevergeefs getracht een onderhands akkoord aan te bieden. Dit strandde doordat niet alle schuldeisers daarmee instemden.

En toen was er de WHOA

De WHOA biedt ondernemingen die met een te zware schuldenlast kampen sinds 1 januari 2021 de mogelijkheid een akkoord te laten homologeren, ook als niet elke schuldeiser daarmee instemt. Hoe dat in zijn werk gaat, welke voorwaarden daaraan worden verbonden en welke mogelijkheden de WHOA daartoe biedt wordt uitgebreid beschreven op het kennisplatform WHOA.

In de uitspraak tot homologatie van de Rechtbank Noord-Holland waren de schuldeisers in 3 klassen ingedeeld:

1. Een klasse met een superpreferente schuldeiser, de Belastingdienst, die een uitkering van 21% ontvangt;
2. Een klasse met een feitelijke preferente schuldeiser, een retentor, die een betaling van € 139.000,-- ontvangt + 16% over de restantvordering;
3. Een klasse met circa 120 concurrente schuldeisers, inclusief de verhuurder van apparatuur, waarvan als onderdeel van het akkoord beëindiging van de huurovereenkomst was verzocht en die een uitkering van 16% ontvangt. Zie ook de blog over de gevolgen van de WHOA voor contractspartijen.

Ondanks het feit dat niet alle concurrente schuldeisers met het akkoord hebben ingestemd, kon het akkoord onder de WHOA worden gehomologeerd en worden ook de schuldeisers die hebben tegengestemd hieraan gebonden. De WHOA laat hier haar bestaansrecht zien: schuldeisers ontvangen meer dan zij zouden hebben ontvangen in een faillissement, dat zonder akkoord onvermijdelijk zou zijn geweest en de onderneming is van haar zware schuldenlast verlost en kan haar activiteiten vervolgen. Wat meer is, de WHOA is succesvol ingezet voor een MKB-onderneming. Kritiek dat de WHOA te duur en te complex zou zijn voor het MKB en zou zijn voorbehouden aan veel grotere ondernemingen wordt hiermee ontkracht.

Wat leert ons de uitspraak?

De uitspraak levert – naast het feit dat het laat zien dat de WHOA werkt voor een geval waarvoor het is bedoeld - nog een aantal andere interessante overwegingen en invalshoeken op:

1. Snelheid: de startverklaring als bedoeld in artikel 370 lid 3 van de Faillissementswet is op 11 januari 2021 gedeponeerd en de homologatie-uitspraak is al binnen 6 weken een feit;
2. er is geopteerd voor een openbare akkoordprocedure, waarschijnlijk omdat er ook buitenlandse schuldeisers waren. Met een goede en zorgvuldige voorbereiding kan het snel gaan;
3. Klassenindeling: alle klassen hebben (bij meerderheid) ingestemd en bij de openbare behandeling van het homologatieverzoek zijn geen schuldeisers verschenen, hetgeen het gevolg zal zijn van een goede informatieverstrekking en deugdelijk onderbouwd verzoek (meer informatie over de inhoud van het akkoord en homologatie);
4. Tijdig verweer: slechts een enkele schuldeiser heeft een verweerschrift tegen het akkoord ingediend op gronden die volgens de rechtbank niet kunnen leiden tot afwijzing van het verzoek. De vraag is of het verweer overigens tijdig was gedaan, daar op grond van artikel 383 lid 9 van de Faillissementswet een ieder gehouden is eventuele bezwaren meteen kenbaar te maken op verlies van de mogelijkheid daarop later terug te kunnen komen;
5. Geen 20% minimum: de concurrente schuldeisers gaan in meerderheid akkoord met minder dan de 20%-drempel van artikel 374 lid 2 van de Faillissementswet;
6. Geen dubbel percentage Belastingdienst: de Belastingdienst houdt niet vast aan de in de Leidraad Invordering opgenomen beleidsregel dat de Belastingdienst in een onderhands akkoord het dubbele percentage verlangt van hetgeen de concurrente schuldeisers ontvangen (zie ook: Staat de Ontvanger de WHOA in de weg?;
7. Geen samengesteld akkoord: onder de WHOA kan (nog) geen samengesteld akkoord worden aangeboden. Wordt in een groep van vennootschappen een akkoord aangeboden, dan zal namens elk groepsonderdeel een afzonderlijk akkoord moeten worden aangeboden onder de voorwaarden als vermeld in artikel 372 van de Faillissementswet, zo oordeelt de Rechtbank.

Resumerend

De WHOA is een nieuw instrument in de gereedschapskist voor herstructureringen voor ondernemingen die kampen met een te zware schuldenlast. De slagingskansen van een akkoord worden door de WHOA aanzienlijk vergroot en daarmee de continuïteit van ondernemingen gewaarborgd. Zeker in de huidige coronacrisis zal de WHOA zijn waarde kunnen bewijzen en kunnen onnodige faillissementen en daarmee kapitaalvernietiging worden voorkomen. Van belang is dat ondernemingen die kampen met financiële problemen actie ondernemen en niet afwachten. Tijdige en zorgvuldige voorbereidingen kunnen, juist voor MKB-ondernemingen, leiden tot een snel en doeltreffend akkoord. De verzoekers in de procedure die heeft geleid tot de besproken uitspraak hebben dat belang onderkend en met succes actie ondernomen.

Verkeert u in financiële problemen of dreigt u daarmee te worden geconfronteerd, dan zijn wij graag bereid met u naar oplossingen te zoeken en kunnen wij daarbij van waarde zijn. Neem contact op met Erwin Bos, Theo Hanssen en Bert Winnemuller.