De Wet franchise! Wat verandert er voor franchisegevers en franchisenemers?
28 januari 2021 - Maurits Smal - Rien Visscher
De Wet franchise is ingevoerd op 1 januari 2021
Na een lange periode van overleg, politieke discussie en het introduceren van de Nederlandse Franchise Code bij wijze van zelfregulering is de langverwachte Wet franchise vanaf 1 januari 2021 geldend recht!
Franchise is de laatste jaren veel in het nieuws geweest. Vaak was dit geen positief nieuws; met name berichten over rechtszaken tussen franchisegever en franchisenemer kwamen veelvuldig in het nieuws[1].
Hoewel de werkelijkheid in veel gevallen een stuk genuanceerder was dan uit veel nieuwsberichten blijkt, heeft de berichtgeving een discussie op gang gebracht in ‘Den Haag’. Minister Henk Kamp van Economische Zaken was in 2016 voornemens de Nederlandse Franchise Code (“NFC”) wettelijk te verankeren. De NFC was een document dat door een overleg tussen groepen franchisenemers en franchisegevers tot stand is gekomen, maar had geen wettelijke status. Er was geen verplichting aan de NFC te voldoen. Na de installatie van het huidige kabinet in 2017 heeft Staatssecretaris Mona Keijzer het franchisedossier overgenomen. Onder haar leiding is besloten tot wetgeving over te gaan.
Zoals Rien Visscher hier al eerder schreef: Het wetgevingstraject is inmiddels geheel doorlopen en op 1 januari 2021 is de Wet franchise in werking getreden.
In dit artikel gaan wij in op de belangrijkste (nieuwe) verplichtingen die uit de Wet franchise voortvloeien.
Enkele belangrijke nieuwe verplichtingen
De Wet franchise zorgt voor een aanvulling van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, daar worden de artikelen 7:911 tot en met 7:922 aan toegevoegd. Wij lichten hieronder enkele belangrijke onderdelen toe.
1. Verstrekken (financiële) gegevens
De beoogd franchisenemer is verplicht aan de franchisegever informatie te verschaffen over zijn financiële positie, voor zover deze redelijkerwijs van belang is voor het sluiten van de franchiseovereenkomst (7:913 lid 1 BW).
Dit gebeurde doorgaans al in de praktijk, maar met de Wet franchise dient nu ook de franchisegever aan de beoogde franchisenemer tijdig – lees: vier weken voor de ondertekening van de overeenkomst – informatie over zijn financiële positie én financiële gegevens met betrekking tot de beoogde locatie van de franchiseonderneming te verschaffen. Denk daarbij ook aan historische resultaten en/of benchmarks (7:913 lid 3 BW).
Daarnaast dient ook de (concept)franchiseovereenkomst en alle overige informatie die redelijkerwijs relevant kan zijn voor de beoogde franchisenemer vier weken voorafgaand aan ondertekening te worden toegezonden (7:913 lid 2 en lid 4 BW). In de tussenliggende periode mag de overeenkomst niet ten nadele van de franchisenemer worden aangepast, in dat geval gaat er opnieuw een termijn van vier weken lopen. Verder mogen in die periode nog geen betalingen of investeringen door de franchisenemer worden gedaan.
2. Inhoud franchiseovereenkomst
Een aantal onderwerpen moet verplicht worden geregeld in de franchiseovereenkomst. Wij benoemen hier specifiek de goodwillbepaling en het non-concurrentiebeding.
Volgens de Wet franchise bepaalt de franchiseovereenkomst in ieder geval of er goodwill aanwezig is in de onderneming van de franchisenemer en, zo ja, welke omvang de goodwill heeft en in welke mate deze aan de franchisegever is toe te rekenen. Er dient te worden opgenomen of de goodwill die aan de franchisenemer is toe te rekenen, wordt vergoed indien de onderneming na afloop van de overeenkomst wordt voortgezet door een derde of door de franchisegever (7:920 lid 1 BW). Hierbij dient te worden opgemerkt dat een franchisenemer die instapt bij een zeer succesvolle, bekende franchiseformule, zelf mogelijk niet veel goodwill toevoegt. Dit is anders indien een franchisenemer start bij een nieuwe, onbekende franchiseformule en zodoende zijn steentje bijdraagt aan het vergroten van de naamsbekendheid van de formule.
De Wet franchise stelt ook eisen aan de non-concurrentiebepaling die steevast in iedere franchiseovereenkomst is opgenomen (7:920 lid 2 BW). Een non-concurrentiebeding moet:
- schriftelijk zijn overeengekomen;
- enkel zien op concurrerende activiteiten;
- noodzakelijk zijn om de knowhow[2] van de franchiseformule te beschermen;
- maximaal één jaar geldig zijn na afloop van de overeenkomst;
- enkel zien op het geografisch gebied (vaak ‘rayon’ genoemd) waarin de franchisenemer actief was.
In de praktijk werd overigens vaak al aan deze voorwaarden voldaan, deels omdat dit voortvloeit uit Europese regelgeving[3].
3. Overleg en instemmingsrecht franchisenemers (vereniging)
Een nieuwe regel is ook dat de franchisegever instemming nodig heeft van een meerderheid van de franchisenemers die in Nederland gevestigd zijn indien de franchisegever een wijziging in de franchiseformule wil doorvoeren die investeringen of kosten verlangt van de franchisenemers of indien de franchisegever de financiële afspraken tussen franchisegever en franchisenemer wil wijzigen. Dit geldt indien de negatieve financiële gevolgen voor de franchisenemers boven een in de franchiseovereenkomst bepaald niveau uitstijgen. Als er géén concreet bedrag bepaald is in de franchiseovereenkomst, dan geldt dit voor alle wijzigingen in de franchiseformule die financiële gevolgen hebben voor franchisenemers (7:921 BW). Wij adviseren franchisegevers dan ook om een duidelijk drempelbedrag op te nemen in de franchiseovereenkomst.
Conclusie
De Wet franchise vraagt om extra aandacht van franchisegevers bij het opstellen van franchiseovereenkomsten en het aangaan daarvan. De positie van franchisenemers wordt versterkt. Indien franchisegevers zich goed laten adviseren, kunnen geschillen tussen franchisegevers en franchisenemers met de nieuwe Wet Franchise in de toekomst worden voorkomen. Het is dan wel belangrijk dat de Wet franchise door de franchisegever ook daadwerkelijk is geïncorporeerd in de bestaande franchiseovereenkomst. Uiteraard kunnen wij franchisegevers hierbij ondersteunen. Ook (potentiële) franchisenemers die zich afvragen of de aan hun aangeboden franchiseovereenkomst voldoet aan de Wet franchise kunnen met ons contact opnemen.
Wij helpen u graag op weg!
Heeft u vragen over de Wet franchise of wilt u uw franchiseovereenkomst door een gespecialiseerde advocaat laten beoordelen? De experts van de sectie Aansprakelijkheid & Contract van DVDW helpen u graag verder.
[1] Zie bijvoorbeeld: https://fd.nl/tag/franchise
[2] De wettelijke definitie van knowhow is: “een geheel van niet door een intellectueel eigendomsrecht beschermde praktische informatie, voortvloeiend uit de ervaring van de franchisegever en uit de door hem uitgevoerde onderzoeken, welke informatie geheim, wezenlijk en geïdentificeerd is.” (artikel 7:911 lid 2 sub a onder 2 BW)
[3] Verordening (EU) Nr. 330/2010
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54