De rol en invloed van de ondernemingsraad bij de WHOA
17 december 2020 - Rob Simons
Per 1 januari 2021 treedt de Wet homologatie onderhands akkoord ('WHOA') in werking. De WHOA is van belang voor ondernemingen die failliet dreigen te gaan als gevolg van een zware schuldenlast, maar die op zichzelf wel rendabel zijn. Door gebruik te maken van de WHOA kan het reorganiserend vermogen van de onderneming worden versterkt en kan een faillissement worden voorkomen. Weliswaar zijn arbeidsovereenkomsten uitdrukkelijk van de WHOA uitgesloten, maar dat betekent natuurlijk niet dat werknemers geen rol van betekenis spelen bij deze procedure. Juist de (belangrijke) rol van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging mag niet onderbelicht blijven.
Wat houdt de WHOA in?
Op dit moment is het voor bedrijven in moeilijkheden (nagenoeg) enkel mogelijk om een buitengerechtelijk akkoord met schuldeisers te sluiten indien alle schuldeisers daarmee instemmen. Daarmee kan één schuldeiser het akkoord tegenhouden met alle gevolgen - veelal een faillissement - van dien.
De WHOA is bedoeld om deze situatie tegen te gaan. De WHOA maakt het namelijk mogelijk om de rechter te verzoeken een onderhands akkoord tussen de onderneming en haar schuldeisers en aandeelhouders over de herstructurering van schulden te bekrachtigen. Dit wordt ook wel homologeren genoemd. Homologeren heeft tot gevolg dat het akkoord bindend is voor alle betrokken schuldeisers en aandeelhouders, óók de schuldeisers en aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd, mits de besluitvorming over en de inhoud van het akkoord aan bepaalde vereisten voldoet. Van het (dwang)akkoord zijn werknemers zoals vermeld uitgesloten. Voor zover werknemers een (loon)vordering op de onderneming hebben, blijft deze volledig bestaan.
De WHOA is enerzijds bedoeld voor ondernemingen die weliswaar gebukt gaan onder een zware schuldenlast maar beschikken over bedrijfsactiviteiten die levensvatbaar zijn, maar anderzijds ook voor de gecontroleerde liquidatie van ondernemingen die geen overlevingskansen meer hebben. Beoogd voordeel voor de schuldeisers in dat laatste geval is dat afwikkeling buiten faillissement kan leiden tot gunstigere financiële resultaten.
Ondernemingsraad en personeels
vertegenwoordiging
De ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, is op grond van de Wet op de Ondernemingsraden ('WOR') verplicht een ondernemingsraad ('OR') in te stellen.
Een onderneming waarin ten minste 10 maar minder dan 50 personen werkzaam zijn is verplicht een personeelsvertegenwoordiging ('PvT') in te stellen als de meerderheid van de in de onderneming werkzame personen daar om verzoekt.
De OR en PvT kunnen een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van een onderhands akkoord.
Rol en invloed OR of PvT
Niet alleen een onderneming kan een onderhands akkoord in gang zetten. Dit recht komt daarnaast toe aan diens schuldeisers of aandeelhouders, maar ook aan de OR of PvT. Denk hierbij aan de situatie dat het bestuur van de onderneming zelf niet bereid is of bij machte lijkt een herstructurering door middel van een onderhands akkoord in gang te zetten en dus een faillissement dreigt. In die gevallen kan de OR of PvT de rechtbank verzoeken om een herstructureringsdeskundige te benoemen die in plaats van het bestuur een akkoord kan voorbereiden en voorleggen aan de schuldeisers en aandeelhouders. Voor de OR of PvT zal dit belang veelal liggen in het behoud van werkgelegenheid. Zie voor de bijzondere rol en taak van de herstructureringsdeskundige ook deze blog.
Met het initiatiefrecht tot benoeming van een herstructureringsdeskundige heeft een OR of PvT een belangrijke rol binnen de WHOA. Hierbij is van belang dat de OR, en in beperktere mate ook de PvT, op grond van de WOR jegens de ondernemer een overleg- en informatierecht heeft. Met gebruikmaking van deze rechten kan er om informatie of duidelijkheid worden gevraagd, bijvoorbeeld over de continuïteit van de onderneming. Op basis hiervan kan de OR of de PvT (al dan niet) besluiten tot indiening van een verzoek bij de rechtbank tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige.
Daarnaast zal een (dwang)akkoord vaak onderdeel zijn van een breder reorganisatiepakket, waarbij naast een herstructurering van schulden ook sprake zal zijn van aanpassing van de bedrijfsvoering ter besparing van kosten. Denk hierbij aan gedwongen (collectieve) ontslagen of een inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de onderneming. Voor die (voorgenomen) besluiten heeft de ondernemingsraad, en in beperktere mate eveneens de personeelsvertegenwoordiging, een adviesrecht. De ondernemer dient dit advies tijdig te vragen, zodat het advies van de OR of PvT nog een wezenlijke invloed kan hebben op het te nemen besluit. Ook hierin komt aan de OR en PvT dus een belangrijke rol toe, waarbij zij een (pro-)actieve rol in een herstructurering kunnen innemen.
Kortom, met de inwerkingtreding per 1 januari 2021 van WHOA wordt de invloed van de OR en PvT vergroot. Sterker, reeds nu kunnen ondernemingen zich voorbereiden op het gebruik van de WHOA bij de start van het nieuwe kalenderjaar. Van belang is daarom dat zij hier rekenschap van nemen en zelf tijdig de noodzaak voor herstructurering en reorganisatie kunnen herkennen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Rob Simons: r.simons@dvdw.nl of 06-46643095
Mark Putting: putting@dvdw.nl of 06-11772705
Neem contact op met het WHOA-team
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54