Cryptomunten als zekerheid?
14 september 2021 - Kirsten Moonen - Michiel Wilmer
U of uw onderneming heeft cryptomunten. De kans bestaat dat u met deze cryptomunten niet kunt of wilt betalen, bijvoorbeeld omdat een schuldeiser cryptomunten niet als betaalmiddel accepteert of omdat u de cryptomunten wilt behouden. Toch wilt u de waarde of een gedeelte daarvan benutten. Is het dan mogelijk om, mits de financier daartoe bereid is, een financiering aan te trekken en tot zekerheid van terugbetaling daarvan een pandrecht op uw cryptomunten te vestigen?
Voor een bevestigend antwoord op deze vraag is essentieel dat cryptomunten als goederen in de zin van art. 3:1 BW kunnen worden aangemerkt. Goederen zijn alle zaken (art. 3:2 BW) en alle vermogensrechten (art. 3:6 BW). Kort gezegd bestaat een cryptomunt uit een samenstel van een privésleutel, de wallet waarin die sleutel is opgeborgen en de gegevensdrager waarop de wallet staat. Cryptomunten zijn dus geen stoffelijke objecten. In juridische zin kwalificeren zij daarom niet als zaak, hoewel de gegevensdrager op zichzelf wel als zaak wordt aangemerkt. Zonder codes vertegenwoordigt die gegevensdrager echter niet de waarde van het samenstel met de codes.
Om Bitcoins, Ethereum en andere digitale munten te kunnen verpanden is het noodzakelijk dat zij als vermogensrechten kunnen worden beschouwd. Een vermogensrecht is een recht dat overdraagbaar is en stoffelijk voordeel kan verschaffen. Een voorbeeld van een vermogensrecht is een vorderingsrecht. Dat recht wordt vormgegeven door een overeenkomst tussen partijen. In het geval van cryptomunten kunnen wij ons afvragen of sprake is van een vorderingsrecht: met wie heeft de rechthebbende van het samenstel van sleutel, wallet en drager een overeenkomst? Er is immers geen bank in het spel waar een rekeninghouder met een positief saldo een vordering op heeft. Dat zou mogelijk anders kunnen liggen als de cryptovaluta via een intermediair worden gehouden. Het is dus relevant op welke manier de cryptovaluta worden gehouden.
Over de vraag of cryptomunten als vermogensrecht kunnen worden aangemerkt, bestaat op dit moment geen duidelijkheid. In juridische literatuur wordt bijvoorbeeld geschreven over ‘digitale goederen’, onderverdeeld in ‘data’ (foto’s, teksten en overige informatie) en ‘digitale objecten’ (domeinnamen, virtuele goederen in spellen en cryptomunten). Tot op heden is er door de wetgever of in de rechtspraak geen algemene term voor dit soort ‘digitale goederen’ geformuleerd. Er zou bijvoorbeeld aansluiting kunnen worden gezocht bij eerdere rechtspraak inzake producten zoals een assurantieportefeuille. In 2019 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat op een assurantieportefeuille geen pandrecht kan worden gevestigd. Een dergelijk samenstel van overeenkomsten is volgens de Hoge Raad geen goed zoals bedoeld in art. 3:1 BW. Een pandrecht op uit de assurantieportefeuille voortvloeiende vorderingen daarentegen is wel mogelijk.
In het verleden zouden het Openbaar Ministerie en in ieder geval één schuldeiser zich met succes op cryptovaluta hebben verhaald via een (civiel- en strafrechtelijke) beslaglegging. Zo’n uitwinning brengt de nodige praktische complicaties met zich, waaronder het bemachtigen van de sleutel en de wallet die zich op een niet-geregistreerde gegevensdrager begeven. Al dan niet gedwongen medewerking van de schuldenaar lijkt daarvoor noodzakelijk. Van geval tot geval zal dus bekeken moeten worden of en zo ja, op welke manier, cryptomunten als zekerheid kunnen dienen voor de terugbetaling van een verkregen krediet. DVDW helpt u daar graag bij en neemt in dat geval alle mogelijkheden en risico’s met u door.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54