Caissière Aldi glijdt na sluitingstijd uit op een kort daarvoor nog in werktijd door haarzelf gedweilde vloer en loopt letsel op. Is Aldi aansprakelijk?
26 september 2019
Kort voor het einde van haar werktijd (op 7 september 2010) dweilt de caissière een vloer waarop een pot doperwten en wortelen kapot was gevallen. Na het einde van haar werktijd, tevens sluitingstijd, doet de caissière eerst privé boodschappen en na het afrekenen daarvan, voordat zij naar huis wil gaan, glijdt zij uit over de nog natte, zelf gedweilde vloer. Zij stelt Aldi aansprakelijk voor de door haar ten gevolge van dit bedrijfsongeval opgelopen letselschade. Aldi en haar verzekeraar verwerpen de aansprakelijkheid.
De caissière legt haar vordering tot schadevergoeding voor aan de kantonrechter, die deze afwijst op de gronden dat het ongeval niet is gebeurd in de uitoefening van haar werkzaamheden en dat er geen sprake was van een schending van de zorgplicht van de werkgever, noch van een gebrekkige opstal of een onrechtmatige daad. Volgens de kantonrechter ging het alleen om een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Het Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2019:1266) oordeelt eind mei 2019 echter anders.
Op de eerste plaats wordt overwogen dat de begrippen ‘werkzaamheden’ en ‘werkplek’ zo ruim moeten worden opgevat dat, ook al vond het ongeval plaats ná werk- en sluitingstijd, de caissière geacht moet worden de boodschappen te hebben gedaan op haar werkplek (c.q. in haar werkomgeving), terwijl het gebeurde nog voordat zij het filiaal had verlaten. Volgens het Hof stonden het boodschappen doen en het afrekening daarvan in zo’n nauw verweven relatie met haar dienstverband en met het uitvoeren van de werkzaamheden op de werkplek, dat de gebeurtenis geacht moet worden te hebben plaatsgevonden in de uitoefening van de overeengekomen werkzaamheden.
Om deze reden wordt de aansprakelijkheid van Aldi aangenomen, tenzij Aldi kan aantonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Het Hof overweegt op basis van de volgende factoren echter wel aansprakelijkheid op grond van schending van de zorgplicht van Aldi als werkgever aan te nemen:
- Niet gebleken is dat de vloeren van de werkomgeving, welke op grond van het Arbo-besluit zo vlak, effen, vast, stabiel en stroef mogelijk moeten zijn, dat ook daadwerkelijk waren;
- Niet is gesteld en gebleken dat de winkel zodanig was ingericht dat het vallen van boodschappen tijdens het inpakken zo veel mogelijk werd voorkomen;
- Niet aannemelijk is geworden dat de vloer van het Aldi-filiaal slip- en/of valgevaar zo mogelijk beperkte;
- Aldi had geen speciale schoenen ter beschikking gesteld, noch eisen gesteld aan de schoenen van het personeel, om het gevaar van vallen of uitglijden zo veel mogelijk te beperken;
- Door Aldi is in de procedure geen Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) als vereist krachtens de Arbowet overgelegd, zodat niet kon worden vastgesteld welke veiligheids- en omgevingsrisico’s het filiaal kende t.a.v. valgevaar;
- Ook was er te dien aanzien geen plan van aanpak opgesteld;
- Niet is gebleken dat na het dweilen een geel waarschuwingsbord op/bij de natte vloer was geplaatst. Opvallend is overigens dat de caissière dit mogelijk zelf had moeten doen, maar dit deed verder niet ter zake.
Ook uit het feit dat al deze maatregelen en/of andere door Aldi niet waren genomen, leidt het Hof af dat Aldi niet aan haar zorgplicht ter voorkoming van bedrijfsongevallen (als bedoeld in art. 7:658 lid 1 BW) heeft voldaan. Aldi is daarom aansprakelijk is voor de door de caissière ten gevolge van het bedrijfsongeval geleden schade.
De werkneemster ontvangt een voorschot op de schade, begroot op € 3.000,-. Voor de verdere vaststelling van de schade wordt de zaak terugverwezen naar de Rechtbank Den Haag.
Verder in deze nieuwsbrief
Meer informatie? Neem contact op met de sectie Arbeidsrecht
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54