Betalingsonmacht melden?
16 december 2021 - Rien Visscher
Inleiding
Recent heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden een arrest gewezen over de verplichting voor bestuurders om betalingsonmacht te melden bij rechtspersonen die pensioenpremies moeten afdragen aan een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds.
In deze uitspraak wijkt het hof af van de strikte toepassing in vaste rechtspraak over de wettelijke verplichting om betalingsonmacht te melden en sluit het hof aan bij twee eerdere recente uitspraken van Hof Den Haag en Hof Arnhem-Leeuwarden die hier eveneens van afweken.
Wat houdt die verplichting om betalingsonmacht te melden ook al weer in?
Bestuurders van rechtspersonen die verplicht zijn aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds moeten tijdig en op de juiste wijze melding doen aan het bedrijfstakpensioenfonds van een situatie van betalingsonmacht. Blijft een geldige melding van betalingsonmacht achterwege dan wordt wettelijk vermoed dat het onbetaald blijven van pensioenbijdragen aan de bestuurders is te wijten en kunnen zij daarvoor persoonlijk aansprakelijk worden gehouden. Naast een gewezen bestuurder wordt alleen een bestuurder die aannemelijk kan maken dat hem van het niet geldig melden van betalingsonmacht geen verwijt kan worden gemaakt, in de gelegenheid gesteld om het wettelijk vermoeden van bestuurdersaansprakelijkheid te weerleggen.
Wat overweegt het hof?
Volgens het hof was tot voor kort de algemene opvatting dat strikt de hand moest worden gehouden aan de eisen van de meldingsregeling. Het mogelijke gevolg daarvan was dat bestuurders bij schending van de meldingsplicht niet in de gelegenheid werden gesteld om het wettelijk vermoeden te weerleggen dat het aan hen te wijten is dat de premie niet is betaald.
Inmiddels is er volgens het hof echter een andere tendens in literatuur en rechtspraak waarneembaar waarin een melding niet noodzakelijk wordt geacht als het pensioenfonds al op een andere wijze dan door een melding tijdig weet of redelijkerwijs moet begrijpen dat de werkgever die moet betalen de nota door betalingsonmacht niet meer kan betalen.
Wel moet het pensioenfonds volgens het hof dan over informatie over de actuele betalingsonmacht beschikken die ten minste vergelijkbaar is met het zicht dat het pensioenfonds op de situatie van betalingsonmacht zou hebben gehad als er een rechtsgeldige melding zou zijn gedaan.
In de zaak die voorlag was daarvan volgens het hof geen sprake. De bestuurder had daarom betalingsonmacht moeten melden.
Melden blijft verstandig!
Hoewel ik uit het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden afleid dat volgens het hof er niet altijd een melding van betalingsonmacht hoeft plaats te vinden, neemt dat niet weg dat het voor een bestuurder nog steeds verstandig is om het pensioenfonds middels een (tijdige) melding van betalingsonmacht op de hoogte te brengen van de situatie van betalingsonmacht waarbij inzicht wordt gegeven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de pensioenbijdrage niet kan worden betaald.
Nog onduidelijk is of er tegen deze uitspraak cassatie zal worden ingesteld. Wat in ieder geval opvalt, is dat er in de uitspraak van het hof geen aandacht wordt besteed aan het normerende karakter van de wettelijke meldingsplicht.
Waar volgens de Minister bij de invoering van deze bestuurdersaansprakelijkheidsregeling de meldingsplicht (ook) bedoeld was om de “bonafiden te onderscheiden van de malafiden” en het niet actief voldoen aan de meldingsplicht daarmee een indicatie was voor kennelijk onbehoorlijk bestuur, lijkt deze functie van de meldingsregeling in de hiervoor genoemde uitspraken, waaronder deze uitspraak van het hof, onderbelicht te blijven.
Meer informatie?
Zie voor deze uitspraak: Hof Arnhem-Leeuwarden, 24 augustus 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8134
Bekijk eerdere publicaties en blogs over dit onderwerp.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54