Aankondiging tijdelijke versoepeling beleid Belastingdienst bij schuldeisersakkoorden
04 november 2021 - Stijn Verheggen
In de wet is vastgelegd dat de vorderingen van de Belastingdienst een preferente (bevoorrechte) rang hebben. Dit wil zeggen dat de Belastingdienst met voorrang betaald wordt op haar vordering. Deze voorrang maakt dat pas als alle preferente schulden zijn betaald, wordt toegekomen aan uitkering op de concurrente schulden (schulden zonder voorrang), zoals bijvoorbeeld schulden aan leveranciers. Dit onderscheid in verhaalsrangorde wordt dus relevant als er niet genoeg geld beschikbaar is om alle crediteuren volledig te betalen. Vooral in het geval van faillissement is dit veelal aan de orde.
Maar ook als een schuldenaar ervoor kiest een schuldeisersakkoord aan te bieden is deze preferentie van belang. Bijvoorbeeld bij een faillissements- of surseanceakkoord, waaraan alle concurrente schuldeisers gebonden kunnen worden, mits het met voldoende meerderheid van stemmen wordt aangenomen. Ook buiten faillissement of surseance kan een schuldeisersakkoord bereikt worden, maar dan met instemming van alle schuldeisers. Daarnaast bestaat op basis van de per 1 januari 2021 in werking getreden Wet Homologatie Onderhands Akkoord (“WHOA”) de mogelijkheid om buiten faillissement een gerechtelijk dwangakkoord aan te bieden. Daaraan kunnen, onder de in de WHOA bepaalde voorwaarden, ook crediteuren die niet instemmen gedwongen gebonden worden.
Sinds jaar en dag is beleidsregel van de Belastingdienst (zie art. 26.3.5 Leidraad Invordering 2008) dat zij in geval van een schuldeisersakkoord het dubbele percentage ten opzichte van de andere (concurrente) schuldeisers dient te ontvangen. Medio 2021 heeft de Belastingdienst bevestigd dat deze beleidsregel ook geldt in geval van een WHOA-akkoord, al wordt daar in recente rechtspraak wel eens van afgeweken.
Recent, in de Kamerbrief van 11 oktober 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst tijdelijke versoepelingen van dit beleid aangekondigd. Het duurt weliswaar nog even, maar van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023, zal de Belastingdienst in het kader van een schuldeisersakkoord in plaats van een preferente, nog slechts een concurrente verhaalspositie innemen. Komt er uiteindelijk (toch) geen saneringsakkoord tot stand en gaat de onderneming alsnog failliet, dan heeft en houdt de Belastingdienst overigens wel een preferente positie.
De aanleiding voor deze tijdelijke versoepeling is dat de meeste financiële steunverlening per 1 oktober 2021 is gestopt en per die datum ondernemers weer verplicht zijn om tijdig hun nieuw opkomende belastingschulden te voldoen. Vanwege de coronacrisis is er momenteel echter een bovengemiddeld aantal ondernemingen dat belastingschulden heeft opgebouwd. Weliswaar krijgen zij voor de aflossingsverplichting voor de fiscale schulden begint een adempauze van 1 jaar, dus tot 1 oktober 2022, en krijgen ze daarmee meer lucht. Al met al blijft het echter een flinke fiscale schuldenlast waar men mee te maken heeft. Met voornoemde tijdelijke versoepeling wordt beoogd te voorkomen dat in de kern gezonde ondernemingen die door de coronacrisis in problemen zijn gekomen door streng beleid van de Belastingdienst niet tot een sanering kunnen komen.
Meer informatie?
Neem contact op met Wieneke Lisman en Stijn Verheggen.
Neem contact met ons op
- Rotterdam +31 (0)10 440 05 00
- Den Haag +31 (0)70 354 70 54